zaterdag 31 december 2011

het grote feest...

't was even stil... na een paar dagen duurde het even voor ze het door had. Na het oorverdovende geknal van de laatste paar dagen hing er een ruis in haar oren alsof er continue een vliegtuig rondcirkelde. Maar ze keek naar buiten en zag inderdaad alleen nog rookpluimen wegtrekken: geen flitsen, geen geknal.

De laatste keer dat ze dit meemaakte woonde ze nog in Groningen. Ze was toen een stuk jonger, nog een kind. Haar vader had haar verteld dat ze niet naar buiten mocht, het was te gevaarlijk. Hij ging wel naar buiten, hij had haar uitgelegd dat hij vond dat dat zijn taak was. Hij kon niet toezien en niks doen en mama had hier, alhoewel met tranen in de ogen, knikkend mee ingestemd. Hij was naar buiten gegaan in zijn overall terwijl het voor haar gevoel net zo knalde en flitste als vandaag. En hij kwam terug... gedragen door twee mannen, liggend op en ladder, zijn ogen gesloten. Hij was daarmee, zo hoorde ze later, één van de laatste mannen die gedood werden in de oorlog.

Elk jaar werd het nu weer erger. Jarenlang had ze genoten van het vuurwerk. In het begin was het voor haarzelf ook nog een leuk tijdverdrijf geweest. Met de Carbid bussen op de dijk, samen met de andere kinderen. Om en om schoten ze het deksel eraf, kijkend wie deze het verste het weiland in kon schieten. Het siervuurwerk had ze altijd van genoten: op bevrijdingsdag of op 28 augustus op het Hereplein; met ingehouden adem stond ze te kijken, hoofd in de nek of languit liggend op het gras van de singels hoe de vuurpijlen zich aftekenden tegen de donkere hemel. Alle kleuren, alle vormen.

Het geknal was altijd een leuke bijkomstigheid geweest met oud en nieuw. In de buurt waren er altijd wel mensen met knalvuurwerk en zelf nam ze er ook met plezier aan deel. 's Avonds, rond de schemering, begon het dan. Her en der vloog er al een pijl in de lucht. De knallen kwamen uit verschillende hoeken van de wijk. Heerlijk vond ze dat geluid, want het betekende dat er een nieuw jaar zat aan te komen. En een nieuw jaar betekende weer een zicht op de toekomst, weer een afscheid van het verleden. Het ene jaar met een grotere lach als de andere, maar toch was het een heerlijk moment om even vooruit én terug te kijken, waarbij de knallen het kwade leken te verjagen.

De laatste jaren was het geknal echter de overhand gaan nemen. Ouders die wel andere dingen te doen hadden joegen hun kinderen met een zak vuurwerk de straat op “wel voorzichtig zijn hoor!”riepen ze nog als ze de deur dicht knalden.
Volwassenen die het hele jaar aan het klagen waren dat het zo slecht ging stonden ineens met een zak vuurwerk voor andermans deur knallers rond te strooien. Opvallend vond ze dat: bijna nooit voor hun eigen deur...

Van het feest dat het vuurwerk altijd voor haar geweest was, was het nu veranderd naar een slechte herinnering. Het leek er alleen nog om te gaan om zoveel mogelijk lawaai te maken, 2 dagen lang. Zo hard mogelijk, zo veel mogelijk. Het doel? Dat ontging haar volledig: het leek wel of men zijn ego oppoetste met de hardste knal: De grijns leek dan van héél diep te komen en de ogen stonden bijna blank.

ja, het deed haar nu denken aan de oorlogsdagen, de bezetting van de wijk was nu alleen niet door fascisten met pothelmen maar door lokale buurt terroristen die voorkwamen dat je de straat op ging... gelukkig was het maar eens per jaar, maar het eindejaar was voor haar verworden van feest tot hel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten